De GWW aannemerij is volop bezig duurzaamheid als groot goed te omarme
- Heukelum, Spijkse Kweldijk 21 -
- 29 maart 2016 –
- Door Rolia
Op 29 maart had ik een afspraak met Hanneke Schep, KAM-coördinator van aannemersbedrijf Sterk in Heukelum. Sterk-Heukelum B.V. is zeer actief betrokken bij het Energieconvenant III en Hanneke vertelt enthousiast over de maatregelen die het bedrijf telkens weer invoert om van Sterk-Heukelum een duurzaam bedrijf te maken.
Sterk is een aannemers bedrijf in de GWW sector (grond, weg en waterbouw) en heeft de CO2-Prestatieladder ingevoerd als kwaliteitsinstrument. De Stichting BlauwZaam wil door middel van het portretteren van haar bedrijven op deze manier zicht krijgen op de thema’s in de bedrijfsvoering. Dus een lesje voor mijzelf over de wereld van de GWW aannemers.
Hanneke werkt sinds een aantal jaren bij Sterk en is als KAM-coördinator (Kwaliteit, Arbeidsomstandigheden en Milieu) zelf opgeleid tot leadauditor ISO9001 en kan bij collega bedrijven een audit afnemen op KAM-management. Zeer ingewerkt in de problematiek van hoe verduurzaming mogelijk is somt Hanneke een aantal maatregelen op die het afgelopen jaar zijn getroffen om een duurzaam product tot stand te brengen. De hele maatregelenlijst opsommen voert nu te ver, die kunt u vinden op de website van BlauwZaam: werkgroep EC3 maatregelenlijst.
Volgens Hanneke is het allerbelangrijkste dat invoering van maatregelen systematisch worden gepland en vooral worden gecontroleerd op hun effect. Hoe bescheiden en feitelijk Hanneke is blijkt wel uit het feit dat de firma Sterk nu al innoveert met schelpen als isolatiemateriaal, maar omdat nog niet precies berekend kan worden wat het effect is wil zij hier nog niet met trots over vertellen.
Om te overleven is het belangrijk dat er op alle terreinen gekeken wordt naar continuïteit, zowel in de processen als in de samenstelling van het personeel. Naast de ongeveer 20 vaste medewerkers/sters wordt er in drukke tijden ook een beroep gedaan op aanvullend en tijdelijk personeel. De afgelopen jaren was het best een moeilijke tijd en moesten de opdrachten van ver gehaald worden, wat natuurlijk automatisch zijn weerslag had op de gereden kilometers.
Het gesprek ging, hoe kan het ook anders, over de aansluiting onderwijs en bedrijfsleven, het nieuwe aandachtspunt van de Stichting BlauwZaam. Om die aansluiting goed te realiseren moet je in de aannemerij veel hobbels overbruggen. Denk aan de veiligheid van de leerlingen bij het werken met machines en materialen, de leeftijd van de leerlingen en het soort werk: “kraanmachinist wordt je niet zomaar en even stage lopen op een kraan is veel te gevaarlijk”. Goede begeleiding van de studenten kan alleen door een goed opgeleide leermeester gegarandeerd worden en ook daarbij is het met een klein aantal vaste mensen niet makkelijk om permanent voor die begeleiding zorg te dragen. De extra tijd nodig voor de bijscholing en voor de begeleiding op de werkvloer moet zich op den duur ook weer terug verdienen. Maar volgens Hanneke hebben bedrijven hier wel een maatschappelijke opdracht.
Bedrijven dienen zich open te stellen om jong volwassenen de gelegenheid te geven zich een beeld te kunnen vormen van beroepen. Bij te weinig stageplekken komt dat in gevaar en krijgen leerlingen slecht zicht op hun talenten en passies. De werknemers van de toekomst zullen toch goed inzicht moeten krijgen in hun talenten om die in hun werkzame leven op verschillende gebieden te kunnen inzetten. Duurzame inzetbaarheid begint bij een goed beroepsprofiel en goed talentmanagement van de jeugd.
En hoe zit het dan met de duurzame inzetbaarheid van het “zittend”personeel? Hoe pak je dat aan in de aannemerij? Hoe betrek je de werknemers bij die duurzame inzetbaarheid en hoe marcheren we met elkaar naar de pensioengerechtigde leeftijd van 67 jaar? Hoe is dat in de CAO vastgelegd?
Voor veel werknemers in de aannemerij is fysiek ongemak bij toenemende leeftijd onvermijdelijk en omscholen naar andere beroepen is complex. Inventiviteit is dan gevraagd. De oplossingsrichting zou ook samen met het onderwijs en samen met de andere bedrijven in de regio gezocht kunnen worden? Op dit moment is in de CAO al vastgelegd dat werknemers kunnen deelnemen aan dagen van duurzame inzetbaarheid en op die manier flexibel worden om bij toenemend ongemak ook een switch te kunnen maken. Er zijn dus zeker mogelijkheden, ook in de GWW-aannemerij om samen na te denken over gezondheid, talenten en verandering van beroep. Maar simpel is het niet.
Acht zij de kans groot dat de Stichting BlauwZaam het lukt om duurzame inzetbaarheid meer op de agenda van de bedrijven te krijgen? “Ik denk dat het moet,” zegt Hanneke. “Willen we als aannemers ook de SROI (Social Return On Investment, red.) goed kunnen betrekken in de bestekken dan is het zoeken naar creatieve oplossingen noodzaak.”
Die inspanningsverplichting voelt Arie Sterk, directeur van Sterk-Heukelum en ondertussen aangeschoven, zeker. Hij is ervan overtuigd dat we mensen niet aan de kant kunnen laten staan en tegelijk is er de hete adem van de concurrentie en de hete adem van EMVI (Economisch Meest Voordelige Inschrijving). Dus willen we verder komen met elkaar dan zal het ook SAMEN moeten. Natuurlijk kan de overheid de verantwoordelijkheid naar het bedrijfsleven verschuiven, maar dat wil niet zeggen dat we het daarmee ook meteen ingepast en opgelost hebben. Voor het zover is zal er nog heel wat water door de Linge moeten stromen.